• Shaykh al-‘allaamah Saalih ibn Fawzaan al-Fawzaan
Het vasten van de maand ramadaan is een verplichting voor elke moslim en moslima, en het is één van de pilaren en grote fundamenten van de islaam. Allaahoe -ta’aalaa- zei:
﴾يٰأَيُّهَا ٱلَّذِينَ آمَنُواْ كُتِبَ عَلَيْكُمُ ٱلصِّيَامُ﴿
{O jullie die geloven, het vasten is jullie voorgeschreven…}
[Soerah al-Baqarah (2) : 183]
Het woord kotiba (voorgeschreven) betekent hier forida (verplicht). Dus wanneer het jonge meisje de leeftijd bereikt waarop zij verantwoordelijk wordt gehouden voor haar daden; doordat één van de tekenen van volwassenheid, zoals bijvoorbeeld de menstruatie, bij haar verschijnen dan begint [op dat moment] voor haar de verplichting van het vasten. Ze kan beginnen te menstrueren vanaf haar negende. Echter, sommige jonge meisjes zijn zich er niet van bewust dat zij op dat moment verplicht zijn om te vasten. Dus vast zij niet, denkende dat zij te jong is, noch gebieden haar ouders haar te vasten. Dit is een grote nalatigheid waardoor één van de pilaren van de islaam wordt verlaten. Als dit bij [eender welke] vrouw voorkomt, dan is zij verplicht om de vastendagen in te halen die zij nagelaten heeft sinds het moment waarop ze begon te menstrueren, zelfs als een lange tijd verstreken is sinds die tijd, omdat ze die dagen schuldig is.¹
Voor wie is het verplicht om aan de ramadaan mee te doen?
Wanneer de maand ramadaan aanbreekt, dan is elke moslim en moslima die de leeftijd van volwassenheid bereikt heeft, gezond is en geen reiziger is, verplicht om te vasten. En wie ziek of op reis is gedurende de maand, mag het vasten verbreken en het aantal gemiste dagen op een ander moment inhalen. Allaahoe -ta’aalaa- zei:
﴾شَهْرُ رَمَضَانَ ٱلَّذِي أُنْزِلَ فِيهِ ٱلْقُرْآنُ هُدًى لِّلنَّاسِ وَبَيِّنَاتٍ مِّنَ ٱلْهُدَىٰ وَٱلْفُرْقَانِ فَمَن شَهِدَ مِنكُمُ الشَّهْرَ فَلْيَصُمْهُ وَمَن كَانَ مَرِيضاً أَوْ عَلَىٰ سَفَرٍ فَعِدَّةٌ مِّنْ أَيَّامٍ أُخَرَ﴿
{De maand ramadaan is het waarin de Qor-aan is neer gezonden, als leiding voor de mensheid en als duidelijke bewijzen van de leiding en de foerqaan (tussen het goede en het slechte). Wie van jullie [de nieuwe maan van] de maand [ramadaan] waarneemt, laat die dan vasten, en wie ziek of op reis is, dient deze op andere dagen in te halen.}
[Soerah al-Baqarah(2): 185]
Evenzo, wie de ramadaan meemaakt terwijl hij erg oud is en niet in staat is om te vasten of een chronische ziekte heeft waarvan niet verwacht wordt dat het in een bepaald tijdsbestek genezen zal worden -man of vrouw- dient niet te vasten. In plaats daarvan voedt hij voor elke gemiste dag een arme met een halve saa’ voedsel van dat land.
Allaahoe -ta’aalaa- zei:
﴾وَعَلَى ٱلَّذِينَ يُطِيقُونَهُ فِدْيَةٌ طَعَامُ مِسْكِينٍ﴿
{En voor degenen die met moeite kunnen vasten, zij dienen een behoeftige te voeden.}
[Soerah al-Baqarah(2): 184]
Abdollaah ibn ‘Abbaas -radiallaaho ‘anho- zei: “Deze ayah is voor de oude man van wie niet verwacht wordt dat hij zal genezen.” En de zieke van wie niet verwacht wordt dat hij zal genezen van zijn ziekte valt onder hetzelfde oordeel als de oude persoon. En hij hoeft de gemiste dagen niet in te halen vanwege zijn onvermogen om te vasten. En de betekenis van yotieqoonaho is yatadjashamoonaho (verduren, met moeite doorstaan). Een vrouw is gespecificeerd met bepaalde excuses die haar toestaan haar vasten te verbreken in ramadaan, met als voorwaarde dat ze de vastendagen die ze gemist heeft wegens deze excuses inhaalt op andere dagen.
Deze excuses zijn:
- Menstruele en postnatale bloeding: Het is verboden voor de vrouw om te vasten als zij zich in één van deze twee condities bevindt. En ze is verplicht om deze gemiste vastendagen in te halen op andere dagen. Dit is gebaseerd op hetgeen overgeleverd is in de twee sahieh collecties van ‘Aa-isha -radiallahoe ‘anhaa- die zei:
“Wij werden bevolen om de [gemiste] vastendagen in te halen, maar we werden niet bevolen om de [gemiste] gebeden in te halen.”²
Ze gaf dit antwoord toen een vrouw haar vroeg: “Waarom moet een menstruerende vrouw het vasten [de gemiste dagen] inhalen en moet zij de [gemiste] gebeden niet inhalen?” Dus zij -radiallahoe ‘anhaa- verduidelijkte dat dit tot de zaken behoort die afhankelijk zijn van de openbaring, die in overeenstemming dient te zijn met de overgeleverde teksten.
De wijsheid hierachter: Shaykh-ol-islaam ibn Taymiyyah zei: “Het bloed dat uit de vrouw komt door menstruatie bevat een lozing (afvoer) van bloed. De vrouw die menstrueert kan vasten buiten haar periode wanneer zij geen bloed verliest. Dus haar vasten in deze situatie is gematigd, er komt geen bloed uit haar die het lichaam verzwakt en die haar belangrijkste bestanddeel is. Maar als zij vast tijdens haar periode dan staat vast dat zij bloed verliest, het bloed dat het belangrijkste bestanddeel van haar lichaam is en wat zal leiden tot zwakte en gebrek in haar lichaam. Aldus is haar vasten niet van een gebalanceerde aard. Dus dat is waarom ze is opgedragen om te vasten in tijden waarin ze niet menstruerende is.”
- Zwangerschap en borstvoeding: Als er vanwege het vasten schade wordt berokkend aan de vrouw, de baby of hen beiden, dan mag ze haar vasten verbreken terwijl zij zwanger is of borstvoeding geeft. Maar als de schade omwille waarvan ze haar vasten breekt alleen van toepassing is op haar baby en niet op haar, dan moet ze de gemiste vastendagen inhalen en een behoeftige persoon voeden voor elke gemiste dag. En als de schade alleen van toepassing is op haarzelf, dan is het voldoende voor haar om alleen de gemiste dagen in te halen. Dit is gebaseerd op de algemene bepaling, waaronder de zwangere vrouw en de vrouw die borstvoeding geeft vallen, in Allaahs uitspraak:
﴾وَعَلَى ٱلَّذِينَ يُطِيقُونَهُ فِدْيَةٌ طَعَامُ مِسْكِينٍ﴿
{En voor degenen die met moeite kunnen vasten, zij dienen een behoeftige te voeden}
[Soerah al-Baqarah (2) : 184]
Al-Haafidh ibn Kathier -rahiemaho Allaah- zei in zijn Tafsier (1/379):
“Onder degenen die onder de betekenis van deze aayah vallen zijn de zwangere en zogende vrouwen als zij voor zichzelf of hun kinderen vrezen.”
En Shaykh-ol-islaam ibn Taymiyyah -rahiemaho Allaah- zei:
“Als een zwangere vrouw vreest voor haar foetus, dan mag zij niet vasten en [moet zij] in plaats daarvan elke vastendag die gemist werd op andere dagen inhalen en een behoeftige persoon voeden met één ratl (bijna 2 kg) brood.”
[Madjmoo’-ol-Fatawaa: 25/318]
Opmerkingen:
- Istihaadah (onregelmatige bloeding): Dit is de toestand waarin een vrouw bloed verliest dat niet haar menstruatiebloed is. Ze moet het vasten in acht nemen en het is niet toegestaan voor haar om haar vasten te verbreken vanwege een dergelijke bloeding. Bij het vermelden van de permissie van de menstruerende vrouw om haar vasten te verbreken, zei Shaykh-ol-islaam ibn Taymiyyah: “Dit is tegengesteld aan de vrouw in staat van istihaadah, want deze staat bestaat uit een niet vaststaande tijdspanne, en daarin is geen tijd waarin zij opgedragen kan worden om [weer] te beginnen met vasten. Dus hierom is het niet mogelijk om ertegen te waarschuwen, net als bij het onverwachts overgeven, het verliezen van bloed ten gevolge van een wond, het krijgen van een etterende wond, ihtilaam (natte droom) evenals alle andere zaken die geen vastgelegde tijd hebben waarin daartegen kan worden gewaarschuwd. Dus dit werd niet aangemerkt als iets dat het vasten tenietdoet, zoals het bloed van de menstruatie [het wel doet].” [Majmoo’-ol-Fataawaa: 25/251]
- De menstruerende vrouw alsook de zwangere en zogende vrouw, als zij hun vasten verbreken in ramadaan, [dan] moeten [zij] de gemiste vastendagen inhalen in de tijd die afspeelt tussen de ramadaan waarin zij hun vasten hebben verbroken en de komende ramadaan. Maar het is beter om ze vroegtijdig te voltooien. En als er slechts een paar dagen resteren voor de volgende ramadaan begint, dan zijn zij verplicht om de gemiste vastendagen in te halen, zodanig dat zij de nieuwe ramadaan niet bereiken terwijl zij nog dagen moeten vasten van de vorige ramadaan. Maar als zij dit niet doen en zij bereiken ramadaan terwijl zij nog vastendagen verschuldigd zijn van de vorige ramadaan, en zij hebben geen [geldig] excuus voor het uitstellen ervan, dan zijn zij verplicht om de gemiste dagen in te halen en voor elke dag een behoeftige persoon te voeden. Maar als zij een geldig excuus hebben, dan moeten zij enkel de gemiste vastendagen inhalen. Dit geldt ook voor degenen die de gemiste vastendagen moeten inhalen vanwege een ziekte of reis. Het oordeel op hen is zoals het oordeel op de vrouw die het vasten verbrak vanwege menstruatie, met de eerder vermelde uiteenzetting.
- Het is niet toegestaan voor een vrouw om het aanbevolen vasten te verrichten als haar echtgenoot aanwezig is, tenzij hij haar toestemming ervoor geeft. Dit is gebaseerd op wat al-Boekhaarie, Moeslim en anderen hebben overgeleverd van Aboe Hoerayrah -radiAllaahoe ‘anhoe- dat de Profeet -sallallaahoe ‘alayhi wa sallam- zei:
« لاَ يَحِلُّ لامْرَأَةٍ أَنْ تَصُومَ وَ زَوْجُهَا شَاهِدٌ إِلاَّ بِإِذْنِهِ »
“Het is niet toegestaan voor een vrouw om te vasten terwijl haar man aanwezig is, behalve met zijn toestemming.”
En in sommige overleveringen [van de hadieth] bij Ahmed en Aboe Dawoed staat « إِلاَّ رَمَضَانَ » “…behalve ramadaan.” [als toevoeging].
Maar als de echtgenoot haar toestaat om het aanbevolen vasten te verrichten of hij is niet aanwezig bij haar of als zij geen echtgenoot heeft, dan is het aangeraden voor haar om deze aanbevolen vastendag te vasten. Dit geldt vooral voor de dagen waarin het aanbevolen is om te vasten zoals maandagen en donderdagen, drie dagen in elke maand, zes dagen in shawaal, de tiende dag van dhoel-hidjah, de dag van ‘Arafah en de dag van ‘Aashoeraa tezamen met de dag ervoor of erna. Echter dient zij het aanbevolen vasten niet te verrichten terwijl zij dagen verschuldigd is om in te halen van [de vorige] ramadaan, totdat zij eerst deze gemiste dagen inhaalt en Allaah weet het best.
4. Als een menstruerende vrouw stopt met bloeden gedurende de dag in ramadaan, dan moet zij de rest van de dag vasten, maar [zij moet] het alsnog inhalen samen met de dagen die zij niet gevast heeft wegens menstruatie. Haar vasten voor de rest van de dag waarin zij gestopt is met bloeden is een verplichting voor haar uit respect voor de tijd (d.w.z. ramadaan).
Bron: Tanbeehaat ‘alaa ahkaam takhtasso bil-moominaat (p. 69-73)
¹En het is verplicht voor haar bij het inhalen van elke [niet gevaste] dag om één arme te voeden met een halve saa’ voedsel.
² Sahieh al-Bokhaarie al-hayd #315, Moslim alhayd #335, at-Tirmidie attahaara #130, an-Nasaaie assiyaam #2318, abo Dawood attahaara #262, ibn Maadjah attahaara wa sonanohaa #631]