• Shaykhoel-islaam ‘Abdoel-‘Aziez ibn ‘Abdillaah ibn Baaz
Vraag: Sommige mensen wijden de maand Radjab aan bepaalde aanbiddingen, zoals salaat ar-raghaa’ib (12 rakaat tussen het magreb en ‘ieshaa gebed) en het doen herleven van de 27ste nacht van deze maand. Heeft dit een basis in de islamitische wetgeving? Moge Allaah u belonen met het goede.
Antwoord: Het wijden van de maand Radjab aan salaat ar-raghaa’ib of het vieren van de 27ste nacht ervan, bewerend dat dit de nacht van al-Israa wal-Mi’raadj (de nacht- en hemelreis) is; dit zijn allemaal innovaties. Dit is niet toegestaan. Deze zaken hebben geen basis in de islamitische wetgeving, en de onderzoekende geleerden hebben dit aangegeven. En wij hebben meermaals hierover geschreven en wij hebben aan de mensen verduidelijkt dat salaat ar-raghaa’ib een innovatie is. En dit (salaat ar-raghaa’ib) is wat sommige mensen verrichten in de nacht van de eerste vrijdag van de maand Radjab.
Zo ook het vieren van de 27ste nacht met de geloofsovertuiging dat dit
de nacht van al-Israa wal-Mi’raadj is. Dit zijn allemaal innovaties die geen basis hebben in de islamitische wetgeving. Het is niet bekend wanneer de nacht van al-Israa wal-Mi’raadj precies heeft plaatsgevonden. Ook al zou het bekend zijn, dan nog zou het niet toegestaan zijn om hem te vieren, omdat de Profeet ﷺ hem niet gevierd heeft. Ook hebben de rechtgeleide Khaliefen (Aboe Bakr, ‘Omar, ‘Othmaan en ‘Alie) en de rest van de metgezellen – moge Allaah Tevreden met hen Zijn – dit niet gevierd. En indien dit een Soennah zou geweest zijn, dan waren zij ons daarin voorgegaan. En al het goede bevindt zich in het volgen van hen en het voortgaan op hun methodiek, zoals Allaah – de Almachtige en Majesteitelijke zei:
وَالسَّابِقُونَ الْأَوَّلُونَ مِنَ الْمُهَاجِرِينَ وَالْأَنصَارِ وَالَّذِينَ اتَّبَعُوهُم بِإِحْسَانٍ رَّضِيَ اللَّهُ عَنْهُمْ وَرَضُوا عَنْهُ وَأَعَدَّ لَهُمْ جَنَّاتٍ تَجْرِي تَحْتَهَا الْأَنْهَارُ خَالِدِينَ فِيهَا أَبَدًا ۚ ذَٰلِكَ الْفَوْزُ الْعَظِيمُ
{En de allereersten (moslims) van de Moehaadjirien [degenen die de emigratie van Mekka naar Medina hebben verricht], de Ansaar [de bewoners die de Moehaadjiroen hebben geholpen] en degenen die hen nauwgezet volgden (in geloof); Allaah is Tevreden over hen en zij zijn tevreden over Hem. Hij heeft voor hen Tuinen (in het Paradijs) bereid, waar onder de Rivieren stromen, zij zijn daarin eeuwig levenden. Dat is de geweldige overwinning.}
[Soerah at-Tawbah (9): vers 100]
En er is authentiek overgeleverd van de Boodschapper van Allaah ﷺ dat hij heeft gezegd:
“Degene die iets toevoegd aan deze zaak van ons [de Islaam], wat er niet bijhoort, het zal worden verworpen.”
[Sahieh al-Boekhaarie & Moeslim]
En de Profeet ﷺ zei:
“Degene die een daad verricht die niet door ons is voorgeschreven, het zal worden verworpen.”
[Sahieh Moeslim]
De betekenis van “het zal worden verworpen,” is dat het niet geaccepteerd wordt van hem. En de Profeet ﷺ zei in zijn preken:
“Vervolgens; voorwaar , het beste woord is het Boek van Allaah en de beste leiding is de leiding van Mohammed ﷺ. En de slechtste zaken zijn de toegevoegde zaken, en elke innovatie is een dwaling.”
[Sahieh Moeslim]
Dus het is verplicht voor alle moslims om de Soennah te volgen en om erop standvastig te blijven. En om elkaar aan te sporen tot de Soennah en om gewaarschuwd te zijn voor alle innovaties, handelend naar de Uitspraak van Allaah – de Almachtige en Majesteitelijke – :
وَتَعَاوَنُوا عَلَى الْبِرِّ وَالتَّقْوَىٰ
{En help elkaar in al-Birr [het goede] en at-Taqwaa [Godsvrees]…}
[Soerah al-Maaidah (5): 2]
En de Uitspraak van Allaah – verheven is Hij – zei:
وَالْعَصْرِ إِنَّ الْإِنسَانَ لَفِي خُسْرٍ إِلَّا الَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ وَتَوَاصَوْا بِالْحَقِّ وَتَوَاصَوْا بِالصَّبْرِ
{Bij de tijd! Voorwaar, de mens bevindt zich zeker in een staat van verlies. Behalve degenen die geloven en goede daden verrichten en elkaar aansporen tot de Waarheid en elkaar aansporen tot geduld.}
[Soerah al-‘Asr (103): verzen 1-3]
En de uitspraak van de Profeet ﷺ:
“De religie is oprecht advies.”
Hierop werd de Profeet gevraagd: “Voor wie, O Boodschapper van Allaah?” Hij antwoordde:
“Voor Allaah, Zijn Boek, Zijn Boodschapper, de leiders van de moslims en de moslims in het algemeen.”
[Sahieh Moeslim]
Wat betreft de ‘oemrah [kleine bedevaart]; er is niets mis mee om deze te verrichten in de maand Radjab, wegens de authentieke overlevering in de twee authentieke hadiethverzamelingen (al-Boekhaarie & Moeslim) op autoriteit van Ibn ‘Omar – moge Allaah Tevreden met hen zijn – dat de Profeet ﷺ de ‘oemrah heeft verricht in de maand Radjab. En de selef (vrome voorgangers) verrichtten de ‘oemrah in de maand Radjab, zoals dit vermeld is geweest door al-Haafidh ibn Radjab – moge Allaah hem genadig Zijn – in zijn boek “al-Lataa’if” op autoriteit van ‘Omar, zijn zoon en ‘Aaishah – moge Allaah Tevreden met hen zijn -. En er is overgeleverd van Mohammed bin Sirien dat de selef dit verrichtten. En van Allaah komt het succes.
Bron: www.binbaz.org.sa/node/1105