• Shaykh Al-‘allaamah ‘Abdel-Mohsin al-‘Abbaad
Vraag: Wat zegt u over de daad die door daa’ish (IS) is uitgevoerd, in het verbranden van de [Jordaanse] piloot? [Dit rechtvaardigen zij door] de uitspraak van shaykhoel-Islaam ibn Taymiyyah als bewijs aan te halen. [Daarnaast] zeggen zij dat het toegestaan is om te vergelden door de vijand te bestraffen [met het soortgelijke], vanwege Zijn uitspraak:
وَإِنْ عَاقَبْتُمْ فَعَاقِبُوا بِمِثْلِ مَا عُوقِبْتُم بِهِ
En als jullie [jullie vijand] bestraffen [o, gelovigen], bestraf dan in overeenstemming met wat jullie aangedaan is [Soerah an-Nahl(16): 126]
Wat is uw advies [hieromtrent]? Moge Allaah u behouden.
Antwoord: Deze mensen zijn misdadigers, hun daden zijn afgrijselijk. Hiervoor vermoordden zij moslims door hen af te slachten [met een mes] op de manier waarop een schaap geslacht wordt. Dit allemaal is overschrijding van de grenzen van vergelding. Het overschrijdt de grenzen met betrekking tot onderdrukking; het uitvoeren van een gruwelijke moord.
Wij zeggen: dit is niet toegestaan. Het is voor niemand toegestaan om door middel van vuur te bestraffen behalve de Heer van het vuur.[1]
Wat betreft het doden -van degenen die dit verdienen[2]- dit moet uitgevoerd worden op een niet-zondige wijze en zonder verboden zaken. Er mag ook geen bezwaar zijn hiertegen.
Deze mensen (IS) bevinden zich niet op het rechte pad. Zij hebben walgelijke manieren die de religie van Islaam tegengaan. Hun oorsprong is dat zij (IS) zich op hetzelfde pad als de Khawaaridj bevinden; degenen die gelovigen tot ongelovigen verklaren en [zeggen] dat de moslims met grote zonden eeuwig in het Vuur verblijven.
Dit behoort tot hun daden en hun manier van doen. Vergelding vindt niet plaats door het begaan van verboden handelingen.
Bron: http://www.4shared.com/mp3/j5uHmGjZce/shabdelmohsin_jordaanse_piloot.html