• Shaykh al-‘allaamah Mohammed ibn Saalih al-‘Oethaymien
Vraag: Over een paar dagen zullen we de tien dagen van dhoel-hidjah verwelkomen. Wat adviseert u iedereen zodat zij deze dagen het best kunnen benutten? Ik hoop op een verduidelijking over de voortreffelijkheid ervan en de daden die erin aanbevolen zijn.
Antwoord:
De tien dagen van dhoel-hidjah starten aan het begin van de maand en eindigen op de dag van het Offerfeest. De Boodschapper – sallallaahoe ‘alayhie wa sallam – zei over de daden in deze tien dagen:
« ما من أیام العمل الصالح فیھن أحب إلى الله من ھذه الأیام العشر، قالوا: ولا الجھاد في سبیل الله؟ قال :ولا الجھاد في سبیل الله، إلا رجلا خرج بنفسه وماله فلم یرجع من ذلك بشيء. »
“Er zijn geen dagen waarin vrome daden meer geliefd zijn bij Allaah, dan deze tien dagen.”Zij zeiden: “Zelfs niet de djihaad op de weg van Allaah?” Hij zei: “Zelfs niet de djihaad op de weg van Allaah, behalve een man die vertrekt met zijn eigen leven en zijn bezittingen en met niets hiervan terugkeert.”
[Djaami’ at-Tirmidhie #757 – authentiek verklaard door shaykh al-Albaanie]
Dus hierbij spoor ik mijn moslimbroeders aan om deze geweldige kans te grijpen, en om vele vrome daden te verrichten tijdens de eerste tien dagen van dhoel-hidjah. Zoals het reciteren van de Qor-aan, het gedenken [van Allaah] in al zijn vormen zoals: takbier (Allaahoe akbar), tahliel (laa ilaaha illaa Allaah), tahmied (alhamdoelillaah), tasbieh (soebhaana Allaah), liefdadigheid, vasten, etc. Alle vrome daden: streef ernaar om deze te verrichten.
Het verbazende is dat mensen onachtzaam zijn over deze tien dagen. Zie je dat zij hun uiterste best doen tijdens de laatste tien dagen van ramadaan? Ja, zij doen hun best. Echter, betreffende de tien dagen van dhoel-hidjah, zal je bijna niemand vinden die een verschil maakt tussen deze [dagen] en andere [dagen]. Maar als een persoon vrome daden verricht tijdens deze tien dagen dan herleeft hij datgene waar de Boodschapper – sallallaaho ‘alayhie wa sallam – naar verwees aan vrome daden.
Indien deze tien dagen aanbreken en een persoon de intentie heeft om [een offerdier] te slachten, dan dient hij niets te verwijderen van zijn haar, nagels en lichaamshuid. Van al deze zaken mag hij niets verwijderen als hij wil slachten. Wat betreft degene die iemand anders namens hem laat slachten, er is niets mis mee [als hij de voorgenoemde zaken verwijdert]. Dit wil dus zeggen dat als een persoon voor zichzelf en zijn gezin een offer wil slachten – één offer zoals de Soennah voorschrijft – dan is het niet noodzakelijk voor de rest van de gezinslezen dat zij stoppen met het verwijderen van nagels, haren en huid. Het is alleen op degene die slacht [van toepassing], in dit geval dus de vader.
En als de volgende uitspraak jullie bereikt: “Het is verboden voor zowel degene die slacht, als degene namens wie geslacht wordt”. Dit is een uitspraak van sommige geleerden. Maar wat betreft de Hadieth, daarin heeft de Profeet – sallallaahoe ‘alayhie wa sallam – gezegd:
«فأراد أحدكم أن یضحي فلا یأخذن من شعره ولا من بشرته ولا من ظفره شیئا»
“Indien iemand van jullie wil slachten laat hem dan niets verwijderen van zijn haar, huid en nagels.”
Hij heeft dus [alleen] degene die wil slachten aangesproken. Maar als iemand zou zeggen: indien deze persoon die wil slachten op reis is naar al-hadj, dan zal hij de ‘omrah verrichten en [zijn haar] knippen, terwijl hij zijn gezin opgedragen heeft om te slachten. We zeggen [hierop]: dit schaadt [hem] niet want het knippen tijdens de ‘omrah is een ritueel dat sowieso gedaan moet worden. Zo ook het knippen of scheren tijdens de hadj; hier is niets mis mee ook al weet hij niet zeker of zijn gezinsleden geslacht hebben of niet.
Bron: Silsilah alliqaa ashahrie, al-liqaa ashahrie #63