Met een goede keten overgeleverd door Ahmed, op gezag van ibn Mas’oed – moge Allaah tevreden met hem zijn – van de Profeet – sallallaaho ‘alayhie wa sallam -:
« إِنَّ مِنْ شِرَارِ النَّاسِ مَنْ تُدْرِكُهُمُ السَّاعَةُ وَهُمٌ أَحْيَاءٌ ، وَالذين يَتَّخِذُون الْقُبُورَ مَسَاجِدَ » “Voorwaar, tot de slechtste mensen behoren degenen die nog leven wanneer het Uur aanbreekt en degenen die de graven tot gebedsplaatsen (moskeeën) hebben genomen.”
En tevens ook overgeleverd door Aboe Haatim – moge Allaah hem genadig zijn – in zijn Sahieh.
« إِنَّ مِنْ شِرَارِ النَّاسِ مَنْ تُدْرِكُهُمُ السَّاعَةُ وَهُمٌ أَحْيَاءٌ ، وَالذين يَتَّخِذُون الْقُبُورَ مَسَاجِدَ » “Voorwaar, tot de slechtste mensen behoren degenen die nog leven wanneer het Uur aanbreekt en degenen die de graven tot gebedsplaatsen (moskeeën) hebben genomen.”
Dit komt doordat het Uur slechts zal aanbreken ten tijde van de slechtsten van de schepping. Wat de gelovigen betreft, hun zielen zullen worden genomen door een aangename wind voordat dit plaatsvindt.
Zij die de graven als gebedsplaatsen hebben genomen behoren ook tot de slechtste mensen, omdat zij ervoor zorgen dat de mensen in polytheïsme, innovaties en valsheden vervallen. Want als de mensen dit zien, zullen ze zeggen: “Aangezien ze op dit graf hebben gebouwd, moet dit gesmeekt en aangeroepen worden in tijden van nood.”
Het is [echter] geen probleem als de moskee dichtbij de begraafplaats is. En als ze gescheiden kunnen worden door een weg, dan geniet dat de voorkeur.
En dit is correct – zoals eerder vermeld – want extremisme zorgt er voor dat degene in wie overdreven wordt aanbeden wordt naast Allaah. En daarom, toen een groep mensen gingen overdrijven in sommige vromen, gingen zij hen aanbidden naast Allaah, zoals de graven van de vromen: al-Hassan, al-Hoesayn, Faatimah – moge Allaah tevreden met hen zijn – en anderen. Deze gemeenschap is eveneens in overdrijving komen te vervallen omtrent de Boodschapper – sallallaaho ‘alayhie wa sallam -; zij aanbidden hem, zoeken hulp bij hem en roepen hem aan naast Allaah. En in het verleden toen het volk van Noeh – vrede zij met hem – overdreef in de vromen heeft dit ervoor gezorgd dat ze aanbeden werden, zoals eerder vermeld.
Bron: Uitleg van Kitaab at-Tawhied, p.65-66