Shaykh Mohammed Ibn Abdoel-Wahhaab رحمه الله (1206H) in zijn boek de drie fundamenten:
“En hij is Mohammed zoon van Abdoellaah [1], zoon van Abdoel-Moettalib, zoon van Haashim [2]. En Haashim is van de Qoraish en Qoraish is van de Arabieren [3] en de Arabieren zijn van de nakomelingen van Isma’iel zoon van Ibrahim al-Khaliel (de vriend van Allaah). Moge Allaah Zijn beste zegeningen en vrede zenden op hem en onze Profeet [4]. Hij leefde 63 jaar [5]; waarvan 40 jaar voor zijn profeetschap [6] en 23 jaar als Profeet en Boodschapper [7].
Shaykh Abdoer-Rahmaan Mohammed Qaasim رحمه الله (1396H) in zijn uitleg:
[1] En hij is Mohammed zoon van Abdoellaah. Hij ﷺ had een aantal namen waarvan Mohammed de bekendste was. Daarmee is de Qor-aan ook gekomen met deze naam als vermelding. Zoals in Zijn Woorden
(مَّا كَانَ مُحَمَّدٌ أَبَا أَحَدٍ مِّن رِّجَالِكُمْ)
{Mohammed is niet de vader van één van jullie mannen}
[al-Ahzaab:40]
(وَمَا مُحَمَّدٌ إِلَّا رَسُولٌ قَدْ خَلَتْ مِن قَبْلِهِ الرُّسُلُ)
{En Mohammed is slechts een Boodschapper, vóór hem zijn de Boodschappers reeds heengegaan}
[Aale-Imraan:144]
(مُّحَمَّدٌ رَّسُولُ اللَّهِ ۚ وَالَّذِينَ مَعَهُ أَشِدَّاءُ عَلَى الْكُفَّارِ)
{Mohammed is de Boodschapper van Allah en degenen die met hem zijn, zijn streng tegenover de ongelovigen}
[Al-Fath:29]
Dit is zijn ﷺ bekendste naam en de betekenis ervan: Degene die meer geprezen wordt dan anderen, en het is een naam afgeleid van lofprijzing en wat zich daarin bevindt van geprezen eigenschappen. Zijn bijnaam [koenya] was Aboel-Qassim, en zijn vader was Abdoellaah en hij was de tweede offer[1] meer geliefd dan 100 kamelen.
[2] Zoon van Abdoel-Moettalib, zoon van Haashim. Abdoel-Moettalib heette Shaybah en er werd over hem gezegd Shaybah al-Hamd vanwege zijn vrijgevigheid en het bijeenbrengen van de leiding van Qoraish. Hij werd Abdoel-Moettalib genoemd omdat hij met zijn oom al-Moettalib aankwam in Mekka en hij was bij zijn zijde, en door zijn reis veranderde zijn huidskleur. Dus dachten de mensen dat hij zijn slaaf [‘abd] was, waarop de mensen hem Abdoel-Moettalib noemden, waardoor hij verbonden is aan deze naam. Haashim: Zijn naam was ‘Amr. Hij werd Haashim genoemd omdat hij tharied [Arabische broodsoep] verplette met vlees en het gaf aan zijn volk in het jaar van tegenspoed.
[3] En Haashim is van de Qoraish en Qoraish is van de Arabieren. Qoraish heette al-Nadhr naar hem keren alle Qoraish terug. Er is geen meningsverschil onder de geleerden dat Haashim zoon was van Abdoel-Manaaf – en zijn naam was al-Moghierah- zoon van Qosai, zoon van Kilaab, zoon van Ka’b, zoon van Loe’ay, zoon van Ghaalib, zoon van Fihr, zoon van Maalik, zoon van al-Nadhr, zoon van Kinaanah, zoon van Khoezaymah, zoon van Modrikah, zoon van Iliaas, zoon van Modar, zoon van Nazaar, zoon van Ma’d, zoon van Adnaan en wat daarna komt is meningsverschil over.
Met Arabieren hier worden de gearabiseerde Arabieren genoemd, want de Arabieren bestaan uit twee soorten: Arabieren die gearabiseerd zijn en de Arabieren van Qahtaan [de originele Arabieren]. En Adnaan was van de gearabiseerde Arabieren en zij zijn beter dan de Arabieren van Qahtaan. Hoe anders want de Profeet ﷺ is één van hem en Hij is degene die zei:
“Voorwaar Allaah koos de nakomelingen van Isma’iel uit van onder de Arabieren, en Hij koos van onder de nakomelingen van Isma’iel, Kinanaah. En Hij koos [van onder de nakomelingen van] Kinaanah, Qoraish. En Hij koos [van onder de nakomelingen van] Qoraish, de kinderen van Haashim. En Hij koos mij van onder de kinderen van Haashim. Dus ik ben een keus na keus.”
En toen Aboe Soefyaan zei tegen Heraclius – toen hij hem vroeg hoe [zijn afkomst] is onder jullie–: “Hij komt onder ons van een nobele afkomst.” Hij [Heraclius] zei: “En zo is het met de Boodschappers, zij worden gezonden van onder de nobele afkomst van hun volkeren.” Oftewel: de meest edele onder hen die hen ter verantwoording legt.
[4] En de Arabieren zijn van de nakomelingen van Isma’iel zoon van Ibrahim al-Khaliel. Daar is geen meningsverschil over en er is ook geen meningsverschil over dat al-Khaliel: behoort tot de nakomelingen van Saam [Sem] zoon van Noeh [Noach]. En de meeste historici vermelden dat al-Khaliel – vrede zij met hem – zoon [was] van Tarikh [Terach], zoon van Nahoer [Nahor], zoon van Saroeg [Serug], zoon van Ra’oe [Rehu], zoon van Faali’ [Peleg], zoon van Aabir [Eber], zoon van Shaalih [Selach], zoon van Arfakhshad [Arpachshad] zoon van Saam [Sem] zoon van Noeh [Noach]– moge Allah Zijn vrede op hem zenden-.
[5] Hij leefde 63 jaar. Hij ﷺ werd geboren op een maandag op de twaalfde dag van Rabie’ al-Awwal in het jaar van de olifant. En daarop [op een maandag] werd hij gezonden [als Profeet], en daarop [op een maandag] werd hij opgeheven naar de hemel, en daarop [op een maandag] emigreerde hij naar Medina en daarop [op een maandag] overleed hij – moge Allaah Zijn zegeningen en vrede zenden op hem -. Hij ﷺ zei: “Dat is de dag [maandag] waarop ik ben geboren en de dag waarop op mij is geopenbaard”. Vanwege zijn geboorte ﷺ schudde de Iewaan al-Kisra[2], doofde het vuur in de vuurtempel [van de vuuraanbidders] en velen van de afgodsbeelden vielen om. En met zijn geboorte verscheen er een licht die zelfs de paleizen in Shaam [Levant] deden oplichten en de Djinns schreeuwden het uit. En er vonden andere wonderbaarlijke bewijzen plaats. Zijn vader overleed toen hij nog werd gedragen [in de buik], en met hem [als voogd] was zijn grootvader en vervolgens zijn oom Aboe Taalib. Hij trouwde met Khadiedjah en hij was 25 jaar oud, met haar had hij al zijn kinderen behalve Ibrahim – hij was van Maria. Hij woonde de gelofte bij van de goeden[3] en de bouw van de Ka’bah. Hij werd de betrouwbare genoemd [dit allemaal] vóór zijn zending [als Profeet] – moge Allaah Zijn zegeningen en vrede zenden op hem.
[6] Waarvan 40 jaar voor zijn profeetschap; volgens de meeste geleerden van de biografie van de Boodschapper van Allaah ﷺ. An-Noboewah [profeetschap] komt van an-Nabaa en dat betekent berichtgeving, omdat hij berichtgeving overlevert van Allaah. En er wordt gezegd dat An-Noboewah komt van verhoging vanwege de verhoging van zijn rang, en dat is ook zo want hij is verhoogd boven anderen.
[7] En 23 jaar als Profeet en Boodschapper. Een Profeet is een mens en een man, op hem is er geopenbaard met regelgevingen ook al is hij niet bevolen om het te verkondigen. Als hij bevolen wordt om het te verkondigen is hij een Boodschapper en tussen de twee zijn er algemene en specifieke zaken. De boodschap is vanuit zichzelf algemeen en specifiek als het gaat om wie het verkondigen. En het profeetschap is vanuit zichzelf specifiek en algemeen als het gaat om wie het verkrijgen. Het profeetschap is een deel van de boodschap dus de boodschap omvat ook het profeetschap en nog andere zaken. Iedere Boodschapper is een Profeet maar niet iedere Profeet is een boodschapper.
Bron: Haashiatoe Thalathatil al-Oesoel blz. 76-78
[1] Toevoeging vertaler: De eerste offer was de Profeet Isma’iel u toen Ibrahim u de opdracht kreeg van Allaah om hem te offeren zoals staat in soerah as-Saafaat. Wat betreft de tweede offer dan is het bekend dat het gaat om Abdoellaah – de vader van de Profeet ﷺ – Waarin Abdoel-Moettalib een gelofte had genomen dat als Allaah hem tien kinderen schenkt, dat hij één van zijn kinderen zou offeren omwille van Allaah. Bij het verkrijgen van zijn tiende kind moest hij zijn gelofte nakomen en door het trekken van loten kwam de keuze op Abdoellaah, maar in plaats van hem te offeren, offerde hij honderd kamelen ter aflossing van zijn gelofte. (https://binbaz.org.sa/fatwas/8748/معنى-قوله-صلى-الله-عليه-وسلم-انا-ابن-الذبيحين)
[2] Toevoeging vertaler: Ook wel bekend als Taq-i Kisra of Taq Kasra. Een paleis in de voormalige hoofdstad van het Perzische rijk dat in de tijd van de Profeet ﷺ een groot rijk had. Tegenwoordig is er weinig meer over van het paleis en is het een paleisruïne in de stad Ctesiphon in Irak.
[3] Toevoeging vertaler: In het Arabisch (حلف المطيبين), dat was een bijeenkomst van een aantal stammen van de Qoeraish vóór de zending van Profeet ﷺ waarin zij de gelofte aflegde om degene die onrechtvaardig onderdrukt is te helpen en te steunen. De Profeet ﷺ was nog jong toen hij deze bijeenkomst bijwoonde met zijn ooms.