• Shaykh ‘Abdoer-Rahmaan ibn Naasir as-Sa’die
وَلَنَبۡلُوَنَّكُم بِشَيۡءٖ مِّنَ ٱلۡخَوۡفِ وَٱلۡجُوعِ وَنَقۡصٖ مِّنَ ٱلۡأَمۡوَٰلِ وَٱلۡأَنفُسِ وَٱلثَّمَرَٰتِۗ وَبَشِّرِ ٱلصَّٰبِرِينَ
‘’En Wij zullen jullie zeker beproeven met iets van angst, honger, vermindering van bezittingen, levens en vruchten. Maar geef blijde tijdingen aan de geduldigen.’’
ٱلَّذِينَ إِذَآ أَصَٰبَتۡهُم مُّصِيبَةٞ قَالُوٓاْ إِنَّا لِلَّهِ وَإِنَّآ إِلَيۡهِ رَٰجِعُونَ
‘’Degenen, wanneer zij worden getroffen door een ramp, zeggen: ‘Waarlijk wij behoren tot Allaah en waarlijk tot Hem zullen wij terugkeren.’’
[Soerah al-Baqarah 2: 155-156]
De Verhevene heeft bericht dat Hij zijn dienaren hoe dan ook zal beproeven met beproevingen, zodat er onderscheid gemaakt kan worden tussen de waarachtige en de leugenaar. En er een onderscheid gemaakt kan worden tussen de ongeduldige en de geduldige. Dit is de gewoonte van de Verhevene ten opzichte van zijn dienaren. Want als voorspoed zou voortduren met de gelovigen, zonder beproeving, dan zou er een vermenging plaatsvinden die verderf is. En de Wijsheid van Allaah vereist een onderscheid tussen de goede en de kwade mensen. Dit is het profijt van beproevingen. Beproevingen verminderen het geloof van de gelovigen niet, noch keren zij zich af van hun religie. Allaah zal het geloof van de gelovigen nooit verloren laten gaan. Hij bericht in dit vers dat Hij Zijn dienaren zal beproeven {met iets van angst} voor de vijanden. {honger} Oftewel: Met iets weinigs ervan. Want als Hij hen met volledige angst of honger zou beproeven dan zouden ze vernietigd zijn. En beproevingen die vernietigen niet maar zij zuiveren.
{vermindering van bezittingen} Dit omvat alle vormen van vermindering van rijkdom die veroorzaakt wordt door een hemelse calamiteit, verdrinking, verlies, afgenomen bezittingen door onrechtvaardige koningen, rovers en andere.
{levens} Oftewel: Het verliezen van dierbaren zoals kinderen, familieleden en vrienden. Zoals ook verschillende soorten lichamelijke ziekten van de dienaar of van zijn dierbaren. {en vruchten} Oftewel: Granen, vruchten van dadelbomen, en alle andere bomen en groenten, [veroorzaakt] door kou, hagel, verbranding, een andere calamiteit vanuit de hemel of door sprinkhanen en gelijken.
Deze zaken gebeuren hoe dan ook, omdat de Alwetende die van alles op de hoogte is dit heeft bericht. Het is al gebeurd zoals Hij heeft vermeld. Als het plaatsvindt dan zijn de mensen onder te verdelen in twee categorieën: Ongeduldigen en geduldigen. De ongeduldige ondergaat twee calamiteiten. Ten eerste ontgaat hem hetgeen waar hij van houdt wat de beproeving op zichzelf is. Ten tweede ontgaat hem wat nog groter is dan dat, namelijk: De beloning van het geduldig zijn – dat Allaah heeft opgedragen. Zodoende verkrijgt hij verlies, wordt beloning hem ontnomen, vermindering van geloof, en ontgaat hem geduld, tevredenheid en dankbaarheid. Toorn berust op hem, wat duidt op een sterke tekortkoming.
Echter, degene die succes wordt geschonken door Allaah met geduld bij de aanwezigheid van deze beproevingen doordat:
- Hij niet ontevreden ermee is, niet door daden noch door uitspraken.
- Hij hoopt op de beloning van Allaah ervoor.
- Hij weet dat de beloning door het geduldig zijn groter is dan de beproeving die hem overkomen is.
Sterker nog, de beproeving is voor hem een gunst. Omdat het een weg is waarbij hij verkrijgt wat beter en profijtelijker voor hem is dan de beproeving zelf. Dit zijn degenen die het gebod van Allaah hebben uitgevoerd. Zij verkrijgen hiervoor de beloning, om die reden heeft Allaah -de Verhevene- gezegd:
وَبَشِّرِ الصَّابِرِينَ
‘’Geef blijde tijdingen aan de geduldigen.’’
[Soerah al-Baqarah 2:155]
Oftewel: Geef hen blijde tijdingen dat zij hun beloning zullen behalen zonder afrekening. Dus de geduldigen zijn degenen die het geweldige nieuws en de gigantische schenking winnen.
Vervolgens omschreef Allaah hen met Zijn Uitspraak:
الَّذِينَ إِذَا أَصَابَتْهُمْ مُصِيبَةٌ
‘’Degenen, wanneer zij worden getroffen door een ramp.’’
Dit omvat alles wat pijn veroorzaakt aan het hart of lichaam – of beiden – van het bovenstaande wat reeds is opgenoemd.
{Zeggen zij: ‘Waarlijk wij behoren aan Allaah.} Oftewel: Wij zijn het bezit van Allaah. Wij worden bestuurd door Zijn Bevel en Bestuur. Wij hebben geen aandeel in onszelf noch in ons bezit. Dus als Hij ons beproeft in iets hiervan dan behoort dit tot het Bestuur van de Meest Genadige, betreft Zijn bezit en hun rijkdom. Dit wordt dus niet afgekeurd. Echter, tot de volmaaktheid van de aanbidding van een dienaar behoort dat hij weet dat het overkomen van een beproeving plaatsvindt door de Alwijze Bezitter. Degene die Barmhartiger met hem is dan hij zelf. Dit resulteert in het tevreden zijn met Allaah en Hem dankbaar zijn voor Zijn Besturing. Omdat dit beter is voor de dienaar, al merkt hij dat niet. Aangezien wij tot het Bezit van Allaah behoren zullen wij naar Hem terugkeren op de Dag van Terugkeer, waarop eenieder beloond zal worden voor zijn daden. Indien wij geduldig zijn geweest en op de beloning hiervoor hebben gehoopt, dan zullen wij onze bewaarde beloning bij Hem terugvinden. En indien wij verdrietig en ontevreden zijn geweest, in dat geval zal ons aandeel ontevredenheid zijn en zal ons de beloning worden ontnomen. Tot de grootste oorzaken van geduld behoort het besef dat men een dienaar is van Allaah en naar Hem zal terugkeren.
Bron: Tafsier as-Sa’die, p.61.